Wat is padel?

Padel is een mix van tennis en squash en wordt gespeeld met vier personen op een rechthoekig veld. Een padelbaan is 10 meter breed en 20 meter lang en is omringd door wanden. In bijna alle gevallen zijn de wanden een combinatie van glas en een hekwerk. Padel speel je met een padel racket en een padelbal. Tijdens het spel zijn de wanden onderdeel van het spel. Aangezien de wanden kunnen worden gebruikt is kracht minder belangrijk bij padel. Dit houdt in dat deze sport door iedereen te spelen is en doordat het met 4 personen wordt gespeeld, is padel ook nog eens een zeer sociale sport. De puntentelling is gelijk aan de puntentelling van tennis (15, 30, 40, deuce, advantage en game) en is vaak best of 3 sets.

Verrassend

Bij padel gaat de bal elke keer weer net anders dan je verwacht. In de kooi moet je op alles voorbereid zijn. De bal gaat telkens weer anders, en net als je denkt verslagen te zijn, krijg je onverwacht toch weer een tweede kans, bijvoorbeeld door hulp van de wanden. Maar ook het hekwerk van de kooi doet mee in het spel en je mag zelfs helemaal buiten de kooi de bal nog terugspelen. In iedere wedstrijd zitten altijd ook lange en spectaculaire rally’s. Oftewel: Expect the Unexpected!

Is padel moeilijker dan tennis?

Padel is gemakkelijker te spelen en te leren dan tennis omdat er minder fysieke kracht en technische capaciteiten worden gevraagd en er een fantastische combinatie is tussen je tot het uiterste uitgedaagde brein en je lichaam dat veel moet bewegen, maar niet per se zo nauwkeurig als bij tennis Het vereist veel minder vaardigheid en conditie dan tennissen, terwijl het toch een zeer intensieve sport is en makkelijker voor de gewrichten, omdat het niet nodig is om snel te serveren of veel sprints en plotselinge stops te maken. Het wordt ook alleen in het dubbelspel gespeeld, dus is het erg sociaal.

Waar komt padel vandaan?

Rondom de geschiedenis van padel hangt een zekere mystiek. Niemand die precies weet hoe de sport ontstaan is. Maar het verhaal leidt ons in ieder geval naar het jaar 1962, Acapulco, waar de welgestelde Mexicaan Enrique Corcuera een padelbaan in z’n tuin aanlegde. Een dubbel spel, dat gespeeld werd met ‘peddels’. De 'peddels' brengen ons nog verder terug in de geschiedenis, namelijk naar het jaar 1890 en naar Engelse schepen. Om de reis naar Amerika aangenamer te maken ging men op zoek naar 'fun'. Zo begon men met de peddels van de reddingsboten te ‘tennissen’. ‘Padellen’ dus.
 
Een verrassende start van de sport zou je kunnen zeggen. Die in Zuid-Amerika voor het eerst echt groot werd, vooral onder de Mexicaanse elite en in Argentinië. Vandaar waaide het balletje de oceaan over richting Spanje. Via het Spaanse koningshuis werd padel in 1970 geïntroduceerd en groeide vervolgens uit tot de inmiddels tweede populairste sport van het land, na, natuurlijk, voetbal.
 
Op dit moment is padel één van de snelst groeiende sporten ter wereld, met wereldwijd ongeveer 18 miljoen beoefenaars. Ook in Nederland kreeg de sociale racketsport voet aan de grond. Mede dankzij Guus Hiddink, die in 2006 een padelbaan liet bouwen op het PSV-trainingscentrum. Hoewel de baan niet voldeed aan de officiële eisen, diende het wel een belangrijk doel: plezier maken. De eerste officiële banen in Nederland werden gebouwd in Vijfhuizen en Spijkenisse. De eerste verenigingen met padelbanen kwamen in Den Bosch en Enschede.