Padel is een mix van tennis en squash en wordt gespeeld met vier personen op een rechthoekig veld. Een padelbaan is 10 meter breed en 20 meter lang en is omringd door wanden. In bijna alle gevallen zijn de wanden een combinatie van glas en een hekwerk. Padel speel je met een padel racket en een padelbal. Tijdens het spel zijn de wanden onderdeel van het spel. Aangezien de wanden kunnen worden gebruikt is kracht minder belangrijk bij padel. Dit houdt in dat deze sport door iedereen te spelen is en doordat het met 4 personen wordt gespeeld, is padel ook nog eens een zeer sociale sport. De puntentelling is gelijk aan de puntentelling van tennis (15, 30, 40, deuce, advantage en game) en is vaak best of 3 sets.
Verrassend
Bij padel gaat de bal elke keer weer net anders dan je verwacht. In de kooi moet je op alles voorbereid zijn. De bal gaat telkens weer anders, en net als je denkt verslagen te zijn, krijg je onverwacht toch weer een tweede kans, bijvoorbeeld door hulp van de wanden. Maar ook het hekwerk van de kooi doet mee in het spel en je mag zelfs helemaal buiten de kooi de bal nog terugspelen. In iedere wedstrijd zitten altijd ook lange en spectaculaire rally’s. Oftewel: Expect the Unexpected!
Is padel moeilijker dan tennis?
Padel is gemakkelijker te spelen en te leren dan tennis omdat er minder fysieke kracht en technische capaciteiten worden gevraagd en er een fantastische combinatie is tussen je tot het uiterste uitgedaagde brein en je lichaam dat veel moet bewegen, maar niet per se zo nauwkeurig als bij tennis Het vereist veel minder vaardigheid en conditie dan tennissen, terwijl het toch een zeer intensieve sport is en makkelijker voor de gewrichten, omdat het niet nodig is om snel te serveren of veel sprints en plotselinge stops te maken. Het wordt ook alleen in het dubbelspel gespeeld, dus is het erg sociaal.